Interview met een logopedist

 

  1. Wie bent u ?

Ik ben Marlot, 25 jaar.

 

  1. Waar werkt u?

Zorgboerderij, therapiecentrum De Roode draak in Biddinghuizen

 

  1. Wat is uw functie binnen dit bedrijf?

Ik ben logopedist

 

  1. Waar vind het revalidatieproces plaats?

Binnen het therapiecentrum waar ik werk.

 

  1. Met welke disciplines werkt u samen?

Fysiotherapie, oefentherapeut (houding)

 

  1. Met welke doelgroep werkt u?

Kinderen en jongeren en jongvolwassen zowel met aangeboren en niet aangeboren hersenletsel. De jongste is 6 maanden en de oudste is rond de 30 jaar.

 

  1. Welke ziektebeelden ziet u ?

Binnen het therapiecentrum zie ik veel CP (cerebrale parese). Alles wat in de hersenen in het eerste levensjaar gebeurd van een kind zoals een CVA of een trauma noemen ze CP. Bijvoorbeeld een val van de trap waarbij hersenletsel plaatsvind dit noemen ze ook vaak CP.  Verder zie ik heel veel epilepsiesydromen, Landau Kleffner syndroom. Dit syndorom is een ernstig epilepsie syndroom waarbij er gedurende nacht i de slaapkwabben van de hersenen voortdurend epileptische activiteit aanwezig is. Door deze activiteit ontstaan er problemen in de taalontwikkeling. Ook zie ik kinderen met het syndroom van down.  Eigenlijk is de doelgroep en de ziektebeelden die ik zie heel breed. De ene die komt kan heel veel en de andere kan haast niet.  Verder zie ik verworven kinderafasie, dit is een taalstoornis bij kinderen en dysartrie is een spraakstoornis die betrekking heeft op de articulatie van de gesproken taal. Mensen die last hebben van deze stoornis hebben moeite met het vormen van woorden.

 

  1. Wie betrek je bij de revalidatie?

Binnen het revalidatieproces zijn voor de logopedie ouders een belangrijke factor. Ouders zien vaak meer communicatiesignalen van het kind dat ik binnen een uur zie. Ouders moeten daarom weten hoe communiceren mogelijk is en hoe je deze opgang kunt brengen. Hierbij moet je heel breed gaan denken als je aan kinderen denkt. Het ene kind kan heel veel lichaamsgerichte dingen zoals lachen, huilen of ja/nee kaarten door te kijken naar de goede kaart. Anderen kunnen dingen aanwijzen. Later komt past het High tech deel zoals spraakcomputer Toby of tablet.

 

  1. Wat is u taak binnen het revalidatieproces?

Mijn taak binnen het revalidatieproces is de communicatie opgang brengen en een ingang vinden de voor de communicatie. Dit doe ik door goed te observeren. Kinderen komen vaak op vaste tijden in een week en hebben dan meestal 1 keer in de week een uur logopedie.

 

  1. Welke activiteiten doet u om de opgestelde doelen te behalen?

Door coaching van ouders hoe ze de taalontwikkeling van hun kind kunnen stimuleren.

Het opgang brengen van communicatieve functie, oogcontact, spelletjes en de aandacht vestigen op zichzelf. Heel veel spelmateriaal kan je gebruiken om communicatie uit te lokken. Luisteren oefeningen en kijkoefeningen.  Bijvoorbeeld door een foto te laten zien en de kinderen moet dan hetzelfde voorwerp pakken. Ook doe ik veel Articulatie oefeningen.

                 

  1. Wat is het meeste bijzondere wat u heeft meegemaakt?

Een meisje kon geen geluid maken maar toen ik de dierenkaarten erbij pakten reageerden ze.  Ik ga dan voor het meisje zitten en maak gebaren en het dierengeluid.  Ik liet het plaatje met een schaap zien en ze maakte voor het eerst geluid ze zei na heel veel oefenen EEE. Nu kan zelfs OEE van een koe.

Een jongen een puber wilde graag zijn verstaanbaarheid verbeteren dit kwam door zijn slappe spieren. We zijn hier mee begonnen met blokfluiten en bellenblazen. Mensen konden hem beter verstaan. Wanneer die alleen opstap was kon die dingen aan mensen duidelijk maken.

 

  1. Welke coping strategieën kom je veel tegen?

 Ouders die bij ons komen zijn ‘on fire’.  Mijn kind moet het beste van het beste. Het zijn vaak kinderen die regulier zijn uitbehandeld. En voor de ouders is dit het allerlaatste wat misschien nog verbetering meebrengt.  

 

  1. Hoe gaat u om met deze coping strategieën?

Ouders verwachten heel veel professionaliteit van je. En er is zoveel op de markt en soms weet je niet alles. Die ouders weten vaak alles wat de op de markt is. Ik moet vaak zeggen dat ik het niet weet.

 

  1. Tot slot, heb je tips voor naasten of mantelzorger?

Geef mensen de tijd om te antwoorden, let op communicatieverschillen. En bovenal schat mensen met een beperking niet uit. 

              

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb