Verhaal John Mocking

John Mocking (57) werkte 70 uur per week. Hij zat nooit stil, had een eigen zaak en was een actief sporter. Inmiddels heeft hij 4 lichte beroertes en 1 zware beroerte gehad. Toch blijft hij actief, ondanks blijvende beschadigingen: hij bridget, rijdt auto, zit in besturen en commissies en nog veel meer.

‘De vijfde beroerte kwam niet als verrassing’
 

‘Ik had een onverklaarbare afwijking: ik kreeg steeds lichte beroertes. Op gegeven moment had ik er al vier gehad. Ik was daardoor al een tijd deels verlamd geweest, maar pakte daarna steeds de draad weer op. Nou ja, fulltime werken ging niet meer. Maar dat ik nog een beroerte zou krijgen, was voor mij geen verrassing. Het gebeurde toen ik op de tennisbaan stond. Vijf minuten later zat ik al in een ambulance. Ik kon niet meer zien, niet meer praten, niet meer bewegen. Alleen nog maar horen.

‘Mijn kracht kwam terug’

In het ziekenhuis lag ik aan slangen en machines, en gaven ze me medicijnen. Het interesseerde me niet meer, voor mij mocht het afgelopen zijn. Maar langzamerhand verdwenen de slangen en kwam mijn kracht terug. Ik kon communiceren met behulp van een letterbord, leerde weer slikken, leerde lopen met een lam been. Daarna volgden drie intensieve maanden in een revalidatiecentrum, waar ik weer leerde praten, mezelf te verzorgen, fietsen en zelfs autorijden. Toen ik naar huis ging vroegen ze nog: ‘zijn er verder nog problemen?’ Maar ik was dolgelukkig met wat ik weer kon en vertrok. Pas later realiseerde ik me dat het pas begon.

‘Thuis kwam de klap pas echt’

Voor het eerst weer alleen douchen, naar buiten, een boodschap halen, het voelde fantastisch. Maar na tien keer boodschappen doen ging de lol er snel vanaf. Weer leren lopen en fietsen is te overzien. Maar het blijkt een stuk zwaarder om je draai weer vinden als je deels verlamd bent. Op mijn werk hadden ze me niet meer nodig, maar ik gaf mezelf niet de tijd om dat te verwerken. Ik had het druk met het afwikkelen van de zaak en ik was allang blij dat het verder goed ging. Mijn vrouw ging weer werken. Dat vond ik ook belangrijk, want ze moet ook een leven buiten mij hebben. Ik bleef thuis, hielp zoveel ik kon, maar we waren niet meer gelijk aan elkaar. Zij heeft nu een veel zwaardere taak, en soms ben ik bang dat het haar teveel wordt. 

'Anderen begrijpen me vaak niet’

Als ik in een rolstoel zit, word ik genegeerd of niet voor vol aangezien. Willen mensen iets van mij weten, dan vragen ze het aan mijn vrouw. Sommige onderdelen van mijn handicap zijn niet zichtbaar voor anderen en dat leidt vaak tot onbegrip. Verder valt de meeste hulpverlening na de lichamelijke revalidatie weg en ik merk dat het lastig is om passende hulp te vinden. Na flink zoeken kwam ik terecht bij de CVA-patientenvereniging. Hier vond ik kennis, troost en contacten die me door moeilijke periodes heentrekken.

‘Ik heb behoorlijk wat lol’

Ja, ik heb behoorlijk wat last van mijn handicaps. Maar ik kan ook behoorlijk wat lol hebben. Ik heb mijn familie om me heen, heb veel waardevolle contacten via de patiëntenvereniging en ik doe heel veel. Ik zit in allerlei besturen en commissies, ga naar symposia, bridge met lotgenoten, schrijf stukjes in de verenigingskrant, noem maar op. Dit jaar ging ik met mijn familie naar Egypte. Zat ik daar met rolstoel en al in de woestijn. Zoiets hadden die Egyptenaren nog nooit gezien. Ze zagen me als het achtste wereldwonder.” 

 

Copingstijl:

De copingstijl die  hierbij past is de emotiegerichte copingstijl.  John vermeed het probleem door er niet of nauwelijks door te praten en maar door gewoon doorzetten.  Ook wilde die heel graag dat er niks aan de hand was,